Overprikkeld zenuwstelsel

Sinds mijn 25e voelt het alsof mijn lijf op scherp staat. Alsof er geen echte ‘uit-knop’ meer is. Misschien herken jij dat ook — die continue alertheid, het gevoel nooit écht tot rust te komen. Kortom: een gigantisch overprikkeld zenuwstelsel.

In dit stuk neem ik je mee in mijn zoektocht naar rust ende inzichten die ik daarbij had en heel graag wil delen. En echt, volgens mij is het ZOVEEL simpeler dan we dénken. 

Overprikkeld zenuwstelsel: altijd ‘aan’ staan

Snel overprikkeld door geluiden en drukte om je heen, een hoofd dat nooit écht stil staat …  Ik vroeg me af wat de oorzaak was om er zo snel mogelijk vanaf te komen.

De term overprikkeld zenuwstelsel hoor je steeds vaker. En misschien is het ook niet zo gek. Want we leven nu in een wereld waarin prikkels van alle kanten op ons af komen komen. We hebben nog nooit eerder geleefd als mens in zo’n tijdperk, misschien weten ons brein gewoon nog niet hoe we al die signalen moeten verwerken en hebben we daarom massaal een overprikkeld brein. 

Mijn eigen overprikkelde zenuwstelsel

Ik ben inmiddels 40 en heb al jarenlang last van een overprikkeld zenuwstelsel. Eigenlijk kan ik al sinds mijn 25e niet meer 100% ontspannen zoals ik dat als kind wel kon. 

En het werd alleen maar steeds heftiger. Al het werk en werk rondom kinderen, een steeds kortere aandachtsspanne en alsmaar een onrustig gevoel vanbinnen. 

In 2019 liep ik een hersenkneuzing op, met langdurige klachten van niet-aangeboren hersenletsel (NAH). Sindsdien ben ik nog gevoeliger geworden voor prikkels zoals flikkerend kaarslicht, fel zonlicht, veel geluiden en snelle overgangen. Mijn zenuwstelsel leek al overbelast, maar daarna stond het permanent ‘aan’.

Door de jaren heen heb ik verschillende levensfases doorlopen: een periode van topsport, waarin ik letterlijk en figuurlijk leerde verharden — fysiek en mentaal — en weinig ruimte had voor voelen. Daarna kwam het moederschap, waarin mijn lichaam vol hormonen zat en ik amper aan mezelf toekwam. Toen de hersenkneuzing. En later een scheiding. Elk van deze fases bracht z’n eigen belasting voor mijn systeem. Soms subtiel, soms rauw. En het verlangen naar innerlijke rust bleef maar groeien. 

Hoe mijn lijf en hoofd steeds drukker werden

Ik heb persoonlijke ontwikkeling altijd al ontzettend interessant gevonden. Maar wat bleek? Ik was er vooral mijn hoofd nóg meer mee aan het vullen. En wat ik ontdekte is dat het eigenlijk een soort valkuil werd: hoe meer ik erin dook, hoe voller mijn hoofd werd. En hoe onrustiger ik me begon te voelen. 

En dan ook nog die socials. Misschien herken je het wel: online kom je zo makkelijk in een funnel van informatie terecht. Iedereen zendt iets uit over gezondheid, rust, trauma’s, zenuwstelsel. Het is alsof je vanzelf gaat geloven dat wat zij zeggen precies de oorzaak is van jouw onrust.

“Ik heb vast ADHD, of hoogsensitiviteit, of trauma.” Het ene label na het andere. En hoe meer je leest, hoe meer je denkt dat precies dát de oorzaak is. Vervolgens ga je met de oplossingen aan de slag die al die self-made coaches aanbieden of ze zitten in ieder geval in je achterhoofd dat je dat eigenlijk zou ‘moeten’ doen. 

Maar… dat is EXACT waar het mis gaat. Want zo lang je steeds meer dingen toevoegt (of dénkt te moeten toevoegen) om rust te krijgen, kom je in een vicieuze cirkel. Je gaat geloven dat er iets nodig is, maar eigenlijk voeg je alleen maar meer toe aan de druk in je hoofd en lijf. En bovendien verkeer je alsmaar in een (onbewuste) aanname dat hoe het nu is, niet goed is. Die staat van zijn is per definitie al niet kalmerend. 

Over zenuwstelsel, gas- en rempedaal

Er wordt vaak gezegd dat we in ons lichaam een soort gas- en rempedaal hebben. Het sympathisch zenuwstelsel is dat gaspedaal: het maakt ons alert, scherp, klaar om te vechten of te vluchten als dat nodig is. Handig als er écht gevaar dreigt.

Maar er is ook een rem, het parasympathisch zenuwstelsel. Dat zorgt juist voor rust, herstel en ontspanning. Het is het moment waarop je lijf kan helen, je spieren kunnen ontspannen, en je ademhaling weer rustig wordt.

Wat als het zo is dat we tegenwoordig veel te lang op dat gaspedaal blijven hangen? Omdat we dénken dat we dingen moeten doen. Dat ons lijf denkt: ‘Let op, er is gevaar,’ ook al is er geen echte dreiging meer? En dat we daardoor eigenlijk altijd ‘aan’ staan?

Waarom is het zo moeilijk om écht tot rust te komen?

Toen ik me begon af te vragen waarom ik nooit écht kon ontspannen, ging ik (zoals ik dat dus altijd deed ;)) op onderzoek uit.  

Een overprikkeld zenuwstelsel is niet alleen een gevoel — het is een fysiek en neurologisch mechanisme. Vanuit de neurobiologie bekeken bestaat ons autonome zenuwstelsel dus uit twee belangrijke delen:

  • Het sympathische zenuwstelsel, dat je activeert om alert en actief te zijn — het gaspedaal, dat in stress- en dreigingssituaties aanspringt.
  • Het parasympathische zenuwstelsel, dat juist zorgt voor rust, herstel en ontspanning — de rem, die je helpt te kalmeren en op te laden.

Bij een overprikkeld zenuwstelsel blijft het sympathische deel langdurig actief, ook als er eigenlijk geen direct gevaar is. Je lichaam staat continu paraat, zelfs tijdens rust of slaap. Dat veroorzaakt die chronische spanning en onrust.

Vanuit psychologisch perspectief speelt ons vroege leven mee: als je hebt geleerd dat je vooral sterk moet zijn, niet lastig mag zijn, en altijd door moet zetten, leer je signalen van overbelasting vaak te negeren of te onderdrukken. Daarnaast zorgt trauma — groot of klein — ervoor dat je zenuwstelsel hyperalert blijft, als een constant waakzame bewaker die elk moment gevaar verwacht. Je lichaam en geest raken ‘vast’ in die vecht-vlucht- of bevriesstand.

En dan is er de culturele laag: we leven in een maatschappij die constant presteren, vergelijken en verbeteren stimuleert. Onze digitale apparaten zorgen voor een onophoudelijke stroom aan informatie en prikkels, waardoor rust voelen bijna ongemakkelijk wordt. Stilstand lijkt falen. Continu bezig zijn is de norm.

Daarom gáán we maar door. Want dit is wat we kennen, wat ons veilig voelt, en wat van ons verwacht wordt. Maar uiteindelijk word je pas bewust van je grens als je die flink overschreden hebt.

Het was overal om mij heen

Het leven bracht mij continu op plekken waar ik oog in oog stond met wat ik ’te leren’ had. En toch ging ik door, door, door. Want dat was toch mijn reflex: doorgaan, oplossingen zoeken, productief zijn.

Waarom was het dan zo moeilijk om écht de rust te omarmen? 

Is het misschien zo dat we iets willen voorkomen? Dat we niet willen voelen hoe moe, gespannen of verdrietig we eigenlijk zijn? Is het een fysieke reactie? Een traumarespons? Of gewoon de invloed van onze tijd waarin we continu worden afgeleid door onze mobieltjes en een druk leven?

Mijn weerstand tegen ‘moeten’ mediteren

Zelf heb ik ook altijd weerstand gevoeld tegen dagelijkse meditatie of yogasessies. Dat klinkt misschien tegenstrijdig, want ik weet natuurlijk ook hoe waardevol het kan zijn. Toch vond ik het zelf moeilijk om het te doen. Het leek me weer iets wat ik ‘moest’ — een nieuwe verplichting in een toch al druk bestaan. En ik weet dat dit voor veel mensen zo is: meditatie wordt dan een klusje om af te vinken, een middel om dat vervelende gevoel van onrust weg te krijgen.

Maar juist daar gaat het mis.

Rust kun je niet afdwingen met een to-do-lijstje. Je lichaam en zenuwstelsel reageren niet goed op ‘moeten’. Effectievere rust ontstaat juist door mindfulness door de dag heen: kleine momenten van bewuste aandacht die je niet van de ene naar de andere prestatie slepen, maar je juist in contact brengen met het hier en nu.

Concreet doe ik dit bijvoorbeeld door bewust rustig te rijden in de auto, bewust onderuit te zakken in een stoel en me gedragen te voelen, of gewoon de lucht bewust in te ademen. Het zijn kleine, moeiteloze handelingen die passen bij een natuurlijke staat van zijn — een staat die we allemaal in ons hebben, maar die we vaak kwijt zijn geraakt of overschreeuwd.

De trend van manifesteren. Werken aan jezelf of zijn?

En dan is er nog die enorme trend van ‘manifesteren’. Overal vind je informatie over hoe je je dromen kunt waarmaken door je mindset te veranderen, doelen te stellen en ‘de wet van aantrekking’ toe te passen. 

Al die informatiestromen zorgen er paradoxaal genoeg vaak voor dat je weer gaat ‘werken’ aan jezelf of diep van binnen gelooft dat je leven nu nog niet goed is zoals het is. Je moet jezelf verbeteren, veranderen, optimaliseren. Het ‘moeten’ sluipt overal in. En daarmee raak je de connectie met wat er nú is kwijt.

Met dit stuk wil ik juist inspireren om daarmee te kappen. Om stil te staan en te voelen wat er overblijft als je al die externe druk loslaat. Wat is er dan? Wat voel je? Wat is er gewoon, zonder oordeel of actie? En wat als je de rest van je leven zo verder gaat? 

Boeddhisme en Maslow. Loslaten in plaats van bereiken

In het boeddhisme gaat het om het loslaten van gehechtheid en het volledig aanvaarden van het moment zoals het is, zonder te streven naar iets anders. Het is de praktijk van radicale acceptatie, compassie en het doorzien van de illusie van een afgescheiden ik. Verlichting is geen eindpunt in de verre toekomst, maar een diep besef van het hier en nu.

Dit sluit aan bij de theorie van Maslow, vooral zijn latere werk. Zijn beroemde piramide begint bij basisbehoeften en klimt naar zelfverwerkelijking — het realiseren van je potentieel. Maar Maslow breidde dit later uit met het concept van zelftranscendentie: het overstijgen van het ego, verbinding maken met iets dat groter is dan jezelf, en het loslaten van het constante ‘willen’ en ‘doen’.

Veel van ons denken aan zelfverwerkelijking als iets wat je moet bereiken: succes, prestaties, groei. Maar wat als het eigenlijk gaat om minder worden? Minder vastklampen? Het is al in je, het hoeft er alleen maar te mogen zijn.

Radicale acceptatie — niet goed, niet fout, het is

De boeken Verslaafd aan de liefde en Verslaafd aan denken van Jan Geurtz (bol.com) maakte diepe indruk op me. Hij schrijft over het afpellen van lagen, tot je bij een kern komt die vrij is van het moeten. Die kern is er altijd al.

Wat als je daar niet naartoe hoeft te werken, maar haar alleen hoeft te herkennen?

Het besef: Het is.
Niet: het is goed.
Niet: het moet beter.
Gewoon: het is.

Wat zou je dan allemaal kunnen laten vallen? Welke overtuigingen? Welke to-do’s? Wat zou er gebeuren met je zenuwstelsel?

In het boeddhisme draait het om niet grijpen, niet streven — maar zijn. Misschien hoef je niets te bereiken, maar alleen te onthullen wat er al is.

Eenvoudiger leven

Ik merk dat ik steeds meer verlang naar eenvoud. Toen mijn dochters nog klein waren, vond ik het soms stiekem fijn dat we nergens snel heen konden. Alles ging langzaam. Wandelen, naar de eendjes zwaaien. Geen haast. Een verademing.

En toch voelde ik een onrust. Alsof mijn systeem zélf niet kon ontspannen, zelfs niet als het leven me ertoe dwong. Die onrust zat diep. En ik wil niet de rest van mijn leven doorbrengen in gejaagdheid en overprikkeling.

Een andere route voor je zenuwstelsel

Regulatie van mijn zenuwstelsel gebeurt niet door meer te willen, maar door te mogen zijn. Dat doe ik door subtiel en regelmatig mijn parasympathische zenuwstelsel uit te nodigen — bijvoorbeeld door minder prikkels toe te laten, veiligheid te voelen, en te vertragen. Niet alles omgooien, maar kleine momenten van rust creëren.

Wat helpt mij nu écht?

Een van de dingen die mij echt heeft geholpen is iets simpels: ik ben gestopt met gewone koffie. In plaats daarvan drink ik nu paddenstoelenkoffie. Dat is een mildere variant, die het zenuwstelsel niet zo opzweept als gewone koffie doet. Voor mij werkt het goed; ik voel me rustiger en minder gespannen.

Daarnaast zijn er nog een paar andere dingen waar ik echt baat bij heb:

  • Minder schermtijd en bewust pauzes nemen van mijn telefoon. Ik overweeg zelfs mijn smartphone in te wisselen voor een simpele telefoon… maar oef wat is die stap nog lastig. 
  • Regelmatig naar buiten, de natuur in.
  • Grenzen stellen, ook al vind ik dat soms lastig.
  • Minder ‘moeten’ en meer ‘zijn’.
  • Bewust ademhalen en voelen hoe mijn voeten de grond raken.
  • Kijken naar bomen die gewoon staan, zonder iets te moeten.
  • In een trager ritme lopen, praten, handelen.
  • En vooral: het loslaten van de druk om constant te presteren of veranderen. Door overtuigingen direct door te hebben.

Misschien herken jij dit ook:

  • Waarom blijven we zo hard werken aan onszelf, zelfs als we moe zijn?
  • Waarom geloven we dat we iets moeten worden, in plaats van iets zijn?
  • Wat als rust niet iets is wat je bereikt, maar iets wat je durft toe te laten?
  • Wat zou er gebeuren als we niet méér ontwikkelen, maar onszelf onthullen

Mijn conclusie so-far is dat een chronisch overprikkeld zenuwstelsel niet oplost door eindeloos oplossingen te zoeken. Het gaat niet om méér doen, maar om minder. En dat klinkt natuurlijk als een open deur, maar stiekem zijn we dus constant bezig met meer doen ipv minder. 

Dan is het dus een weg van loslaten. Van simpelweg minder willen en minder hoeven. En dat is misschien wel het moeilijkste van allemaal. Want ook daar vervallen we al snel weer in het wérken om los te laten. En dat ‘werken’ is nu juist wat niet hoeft. Want het is. 

Het is. 

FAQ overprikkeld zenuwstelsel

Een overprikkeld zenuwstelsel kan zich op verschillende manieren uiten. Veelvoorkomende symptomen zijn:

  • Vermoeidheid of juist rusteloosheid
  • Slecht slapen of vaak wakker worden
  • Prikkelbaarheid of snel overrompeld raken
  • Spierspanning of onverklaarbare pijn
  • Hartkloppingen of een opgejaagd gevoel
  • Slechtere concentratie of geheugenproblemen
  • Snelle schrikreacties
  • Verhoogde gevoeligheid voor geluid, licht of drukte

Tintelingen (bijvoorbeeld in handen, voeten of gezicht) kunnen optreden wanneer je zenuwstelsel overactief of uit balans is. Dit komt doordat het lichaam zich in een constante staat van paraatheid bevindt (vecht-vluchtmodus). Het kan ook gepaard gaan met hyperventilatie of spanningsophoping. Let op: als tintelingen aanhouden of hevig zijn, raadpleeg dan altijd een arts om andere oorzaken uit te sluiten.

Er bestaat geen standaardmedicatie specifiek voor een overprikkeld zenuwstelsel, maar artsen kunnen afhankelijk van de klachten middelen voorschrijven zoals:

  • Kalmerende middelen of slaapmedicatie (kortdurend)
  • Antidepressiva of angstremmers (bij langdurige spanningsklachten)
  • Middelen tegen zenuwpijn

Let op: medicatie onderdrukt vaak symptomen en is zelden een structurele oplossing. Begeleiding gericht op regulatie van het zenuwstelsel (zoals therapie, lichaamswerk of ademhalingsoefeningen) wordt meestal aanbevolen.

Sommige mensen ervaren verlichting met natuurlijke supplementen, zoals:

  • Paddenstoelenkoffie 
  • Magnesium (bijv. magnesium bisglycinaat) – ontspant spieren en zenuwen
  • B-complex (vooral B1, B6 en B12) – ondersteunt het zenuwstelsel
  • L-theanine – werkt kalmerend, vaak gebruikt tegen stress
  • Ashwagandha – adaptogeen dat kan helpen bij stress
  • Omega-3 vetzuren – ontstekingsremmend en zenuwondersteunend

Raadpleeg een deskundige voordat je supplementen gaat gebruiken, vooral bij medicijngebruik of zwangerschap.

Tijdens de overgang verandert de hormoonbalans sterk, met name de daling van oestrogeen kan invloed hebben op het zenuwstelsel. Dit kan leiden tot:

  • Slaapproblemen
  • Snellere overprikkeling
  • Emotionele schommelingen
  • Verhoogde angst of paniekklachten
  • Lichamelijke klachten zoals hartkloppingen of tintelingen

Het zenuwstelsel is in deze periode gevoeliger, waardoor stress en prikkels intenser kunnen binnenkomen. Zelfzorg, stressregulatie en eventueel ondersteuning via voeding, beweging of hormoontherapie kunnen helpend zijn.

Scroll naar boven